Rijkdom

0 out of 5

18,00

Joodse naoorlogse verhalen

ISBN: 978 90 6446 097 5 Auteur: Minny Mock-Degen Categorie:

Beschrijving

Delen:

Minny Mock-Degen is op 4 mei 1945 in Zwitserland geboren waarheen haar ouders medio 1942 vanuit Neder land waren gevlucht. Ze groeide op in Amsterdam, studeerde culturele antropologie aan de UvA, emigreerde in 1985 naar Israël. In 2006 promoveerde ze aan de Hebreeuwse Universiteit op een studie over het fenomeen van het orthodox worden, gepubliceerd onder de titel: Ba’alot Teshuvah: The dynamics of becoming orthodox – Dutch Jewish women returning to Judaism and how their mothers felt about it (2009).
In 1979 maakte Minny Mock een opmerkelijk debuut met de bundel Nagelwater, verhalen die gesitueerd zijn in diverse Joodse milieus in het naoorlogs Nederland. In 1983 volgde de roman Tussenstop over de speurtocht van een jonge Joodse Amerikaan naar de essentie van het Joods zijn die hem doet belanden in een orthodox Joodse leven in Nederland.
Het titelverhaal Rijkdom in deze bundel verwijst naar het koosnaampje dat de moeder van de hoofdpersoon aan haar dochtertje geeft. Het verhaal speelt zich af in het Joodse milieu van het meisje Suzette, waarvan de ouders als kleine zelfstandigen in het levensonderhoud voorzien met het fabriceren van lakens, slopen, theedoeken, borstrokken. In de constructie van het dagelijks leven van het gezin en het omringende milieu vormt het gemis aan familieleden een indringende en aangrijpend gegeven. Ook de overige verhalen in deze bundel zijn nauw verweven met de vervolging tijdens de oorlog en het pogen om een zo gewoon mogelijk naoorlogs leven vorm en inhoud te geven.
‘Opvallend aan de verhalen van Minny Mock is het ontbreken van zelfbeklag en sentimentaliteit. De schrijfster mengt humor, sarcasme en triestheid vakkundig, zodat verhalen met veel spanning ontstaan, die niets van een klaagzang weghebben’, aldus J. Huisman in het Algemeen Dagblad over Nagelwater. In Vrij Nederland schreef Doeschka Meijsing dat het debuut van Minny Mock haar bewondering opwekte vanwege ‘zoveel koel observatievermogen’ voor het ‘scherpzinnig waarnemen van de noodzakelijke ambivalentie in de naoorlogse joodse milieus.’